Jeugdjaren

Jeugdjaren, verloving en huwelijk

Ondertussen was er een nieuwe stationschef gekomen, Jan Groenen, die van onze benarde toestand op de hoogte was gebracht en zich over ons ontfermde. Hij zorgde eerst dat moeder in vast dienstverband als kuisvrouw in het station Essen werd aangesteld. Na haar aanwerving als kuisvrouw ging mijn moeder bij Jan Groenen pleiten om mij eveneens in dienst te nemen. Op de vraag van de stationschef wat Jan zoal kon, antwoordde moeder: " Hij heeft naar school gegaan en was in catechismus altijd de eerste van de klas ". Of dat de doorslag voor mijn aanwerving was weet ik niet, feit is dat ik als 13 jarige, mits een klein examen op 29 oktober 1903 als telegrambesteller in dienst van de spoorwegen kwam. 

Daarmee was goddank de armoede voorbij en voor mij het gesjouw met mortel en bakstenen. Ik was zeer gelukkig. Destijds was een fiets nog een luxe, zodat ik mijn boodschappen naar Wildert, Horendonk, Hoek enz... te voet moest doen, maar dat waren wandelingen. Ook het loon lag merkelijk hoger... en ik droeg een uniform!

Op 19 april 1906 werd ik dienstdoende aangestelde lader. Mijn eerste post was Roosendaal, waar de Heer Steylemans diensthoofd was. 


Het kantoor van de Belgische Spoorwegen aldaar gaf uitzicht op het Oranjeplein. Het dagloon bedroeg 2,20Fr. + 2Fr. verblijfskosten. Dit was destijds een goed loon.

Het was voor mij een zware post. De verblijfskosten kon ik uitsparen daar elke avond naar huis te komen. 's Morgens om kwart voor zes uit Essen vertrekken om 's avonds omstreeks kwart voor negen te eindigen zonder middagrust. De financiƫle zorgen waren voorbij.

Twee jaar later, in 1908, werd ik aantekenaar benoemd tegen 2,80Fr. per dag. Afwisselend om de acht dagen twaalf uur aan een stuk dag of nachtdienst en dit zonder zondagsrust. Naar de mis gaan was soms onmogelijk, dat hing af van de goedwil van de dienstoverste. Dit duurde tot de eerste wereldoorlog.

In 1910 was ik door het afschaffen van de loting dienstplichtig. Maar aangezien ik de oudste van zes minderjarige wezen was, kon ik doorgaan als kostwinnaar. Daarbij was mijn broer Gust als beroepsvrijwilliger in het vijfde linieregiment te Oudenaarde zodat dit als broederdienst telde. Kortom ik werd vrijgesteld.




In het jaar 1910, op de wereldtentoonstelling te Brussel kwam ik, door bemiddeling van mijn zuster Marie, in kennis met Edgarda Julia De Paepe. Zij was geboren te Stekene op 4 april 1889, Edgarda die later mijn goede brave vrouw werd, was de dochter van Viktor De Paepe geboren op 4 april 1852 en van Maria Theresia Bouwens geboren op 8 april 1857 te Heppen. Vader Bauwens was een groot aannemer van bouwwerken. Hij bouwde de kerk en meerdere militaire gebouwen in Leopoldsburg. Victor De Paepe was eerst gendarm, maar werd later veldwachter te Stekene 


Na twee jaar verloving huwden wij op 18 juli 1912.


Wij namen tijdelijk onze intrek in de villa van Aeby in de Dennenlaan te Heikant. Nu huis van Louis Van Loon met ingang langs de Maststraat 4

Een half jaar later huurden we een kwartier in het huis van Louis Noldus op het Sint Antoniusplein.

Op 1 februari 1913 verhuisden we naar de Molenstraat 4, eigendom van Sebastiaan Bastiaensen. Huur: 11 Fr. per maand

Als geburen hadden we rechts: tolbeambte Antoine Cleeren en links onderstationschef Jozef Haentjes.

In 9 april 1913 werd en ons eerste kind Octavie geboren.