1919-1940

Tussen de twee oorlogen

Molenheiken
Na de eerste wereldoorlog in 1919 kwam de familie Stockmans uit Nederland terug en moesten wij verhuizen. Mijn vrouw was ondertussen in verwachting van ons 3e kindje, Magdalena. Destijds was het niet gemakkelijk aan een woonst te geraken. Eindelijk vonden we een huis in de Molenheidestraat. Het huis nr. 35, dat voordien door Octaaf Lauwers was bewoond, konden we huren.

Het was er zeer primitief de open bornput betekende een gevaar voor de kinderen, de vloer in de keuken was opengebroken en veranderd in een zandbak, waar Erna en Jantje Lauwers speelden. Als wc diende een ingegraven petroleumvat onder een afdak. Bij de dood van grootmoeder Mie Van Osta kwam bet huis te koop. Ik had niet veel keus en kocht het voor 5 500 F. Nu konden we de zaak grondig moderniseren en er een juweeltje van maken. De open waterput werd vervangen door een pomp, de wc werd verplaatst naar het opkamertje, nieuwe vloeren, behang en schilderwerk.





In 1922 begon mijn vrouw een winkel in lingerieartikelen. Ik voelde er aanvankelijk niet veel voor, een spoorman is geen handelaar, maar dank zij haar ondernemingsgeest en volharding konden we onze zoon Henri college laten lopen en onze meisjes Octavie, Magdalena en Renée, welke op 18 mei 1925 geboren was, later op internaat sturen. Niettegenstaande het vele werk leefden we toch zeer gelukkig en tevreden en namen al die drukte als ontspanning.

Als vrijetijdsbesteding boerde ik op een lapje grond van de spoorwegen tegenover de Quarantainestallen, waar ik tevens over mest kon beschikken. Ons ma vond dat te ver. In 1925 kwam het huis naast ons, erven Verdonckt te koop. Ik had geen zin in de woning maar wel in de bijhorende achterinliggende 20 are labeurgrond. Op aandringen van Theo Verdonckt deed ik een bod van 19 000 F op het huis, ik zou toch geen kans krijgen daar het niet onder de 40 000 F zou weggaan. Tot ieders verbazing daagden geen andere liefhebbers op, zo werd ik onvoorzien eigenaar.
Ik knapte de woning, die erg verwaarloosd was met eigen middelen op tot een tweewoonst, die ik goed kon verhuren. In 1932 lieten we de ganse boel afbreken en er een ruim winkelhuis bouwen.


Het nieuwe winkel-woonhuis